Ik stapte de deur uit en voelde meteen de negatieve energie op me afkomen. Boodschappen doen was echt nodig, maar ik merkte al een tijdje dat supermarkten nog meer spanning bezaten dan de verdere wereld. Waarom ik nou juist op zaterdag ging, is me nog steeds een raadsel. Maar ik had eten nodig en dus ging ik op pad. Op de terugweg werd ik met mijn neus in de feiten gedrukt waarom het zo belangrijk is dat iedereen iets weet over psychische kwetsbaarheden. Dat was hard, maar ook mooi. Want gelukkig liep het goed af.
Spanning in de lucht
Op dit moment hangt er overal spanning in de lucht. Eén keer kuchen, één keer niezen en je wordt al met de nek aangekeken. Sommige mensen negeren anderen die de regels overtreden, andere gaan er hard op in. Veel meer en vaker dan ‘normaal’. Tourette is erg gevoelig voor triggers, dus al die mensen die bij het minste of geringste hun mond opentrekken werken niet echt mee. Ik snap het hoor! Maar je kunt ergens iets van zeggen, of je kunt doordrammen op een boze manier. Dat laatste triggert ENORM.
Ik ben als de dood dat iemand iets aan mij ziet wat afwijkt van de norm. Of dat mijn snuf-tic ineens terugkomt. Dat mensen mijn psychische kwetsbaarheden gaan aanzien voor Corona. Of dat mensen denken dat er iets aan de hand is en niet durven te helpen. En dan maar de politie bellen. Zo komen we terug bij mijn tripje naar de supermarkt.
In de supermarkt was het ontzettend druk. Veel mensen waren met z’n tweeën, en dus ook met twee wagentjes. Daardoor was het nog ingewikkelder om op anderhalve meter te slalommen. Ik ergerde me er ook aan, waarom maken mensen het nog moeilijker? Hoe hard ik ook mijn best doe, ik zal altijd dingen vergeten te pakken. Dat zorgt ervoor dat ik met enige regelmaat terug moet lopen. Ik snap dat dat super irritant is voor anderen, maar ik ben er nog niet achter hoe ik het op moet lossen. En de helft vergeten lijkt me ook niet handig.
Een paniekaanval en een vriendelijke mevrouw
Ik merkte al een tijdje dat ik op het randje van een paniekaanval balanceerde. Maar ik kon niet weg voordat ik klaar was. Gelukkig woon ik dichtbij en had ik dus het idee dat ik het wel zou halen om thuis te komen. En toen vloog er een vliegje in mijn oog. Ik kreeg hem er niet uit, slalomde over het fietspad en zag maar één oplossing: stilstaan. Even ademen. Ik wilde koste wat het kost voorkomen dat ik op straat een paniekaanval zou krijgen. Wie weet zouden mensen wel bang worden en de politie bellen! Wat zou er dan gebeuren? Dat idee maakte het, op z’n zachtst gezegd, niet beter.
Toen stopte er een vriendelijke mevrouw. Netjes op een afstandje. Ze vroeg of alles goed ging. Ik probeerde haar af te wimpelen, maar ze hield vol. Ze kwam bij me staan en ik zei dat ik in de supermarkt was geweest. Zij vulde aan met dat het even teveel was geworden. Ze liet blijken te snappen wat er aan de hand was. Ze praatte tegen me, liet me rustig worden. Toen kon ik weer naar huis. Dat koste twee minuten.
Wat als..?
Ik kan het idee niet loslaten als ik me bedenk wat er had kunnen gebeuren als deze mevrouw er niet was geweest. Had ik een full-on paniekaanval gekregen? Waren mensen bang geworden? Hadden ze de politie gebeld? En de crisisdienst? Hoe had ik ze uit kunnen leggen dat ik alleen even mijn eigen huiskamer nodig had? Dat het allemaal wel goed kwam, maar dat ik daar wel even ruimte voor nodig had?
Ik weet niet of al deze gedachten rationeel zijn. Maar ik weet wel dat dat in een paniekaanval niet uitmaakt. Dit alles drukte me weer even met mijn neus op de feiten. Het is zó belangrijk dat mensen iets van psychische kwetsbaarheden weten. Dat ze niet in paniek raken. Dan duren dit soort voorvallen geen uren, maar gewoon twee minuten.