Hoe je overal een veilige plek kunt creëren

Leestijd: 3 min

 

ik met mijn sjaal om die mijn veilige plek isVorige week raakte ik ineens in paniek. Ik was overdag bij Noesjka geweest om aan onze Tourette-basiscursus te werken en ik was vergeten mijn sjaal mee naar huis te nemen. Gelukkig was het nog nét mogelijk om hem voor de avondklok op te halen. Maar dit zette me wel aan het denken: waarom was ik bereid om 2x 30min te rijden om mijn sjaal op te halen, terwijl ik Noesjka deze week weer zie?

Het antwoord daarop gaat terug naar een oergevoel: mijn sjaal is mijn veilige plek. Ik leef in dat ding. Hij gaat altijd mee, waar ik ook heen ga, hoe warm het ook is. Net als een baby met een knuffel. Ik ben nogal snel angstig en ik gebruik mijn sjaal om mezelf gerust te stellen. Als het even niet meer gaat, dan heb ik mijn veilige plekje bij me en kan ik tot rust komen. Dit maakt het veel gemakkelijker om ergens heen te gaan. In deze blog daarom hoe je een veilige plek kunt creëren (voor jezelf of je kind), waar je ook bent!

  1. Neem iets vertrouwds mee wat je om kunt slaan.

Het makkelijkste voorbeeld hiervan is mijn sjaal. Die kan ik altijd even om me heen wikkelen. Als ik wil kan ik zelfs diepe druk veroorzaken door hem goed strak vast te houden. Wat hier ook voor werkt is een dekentje of vest.

  1. Neem iets mee wat je in je handen kunt houden.

Het fijnste is het wanneer dit iets is wat helpt je onrust te verminderen. Dat kan een tangle zijn, maar ook een squeeze speeltje of zelfs een knuffeltje. Iets wat van jou is, wat je vaker gebruikt en waar je je onrust in kwijt kunt. Even gamen kan ook helpen!

  1. Neem iets mee wat vertrouwd ruikt.

Baby’s herkennen hun moeder in eerste instantie aan haar geur. Wanneer ze die niet ruiken, kunnen ze in paniek raken. Dit principe kan je nu ook nog toepassen, hoe oud je ook bent. Daarbij kan je denken aan een T-shirt of knuffeltje wat ruikt naar een ouder, partner of zelfs huisdier. Zo neem ik altijd een speeltje van mijn kat mee naar Oeganda, dan kan ik hem altijd even ruiken!

  1. Zoek meteen naar een leeg plekje wanneer je ergens aankomt.

Soms is het fijn om te weten dat je je even terug kunt trekken. Maar als je ergens bent waar je niet thuis bent, kan dat heel ingewikkeld zijn. Wel kan je bij aankomst meteen even kijken wat een handig plekje zou zijn. Goed om ook meteen met je kind af te spreken! Dan weet je altijd waar hij of zij is. Voorbeelden van goede plekjes zijn: in de keuken, op het toilet (in een hokje of daar net buiten), in de gang/bij de ingang of onder de kapstok.

  1. Ga op de grond zitten.

Dit lijkt misschien gek, maar op de grond zitten zorgt er vaak voor dat je makkelijker tot rust komt. Je kunt zo makkelijker ‘gronden’, je komt in contact met de aarde. Dat klinkt misschien een beetje zweverig, maar doet voor mij wonderen! Mensen die je vreemd aankijken negeer je gewoon, dan laten ze jou ook met rust.

Uiteindelijk is een veilige plek niets anders dan een plek vinden waar je even tot rust kunt komen en kunt ontprikkelen. Even uitrusten, zodat je er daarna weer tegenaan kunt. Liever de prikkels voor zijn? Dan kan je hier klikken voor mijn e-learning over prikkels.